Bestand waarin alle gebeurtenissen, opdrachten en meldingen in een systeem worden opgeslagen.
Map waarin essentiële systeembestanden zijn opgeslagen.
Menu dat verschijnt als je klikt op de icon helemaal linksboven, waarmee het venster bewerkt wordt en de toepassing afgesloten.
Monitor of beeldscherm waarmee je de werking van het computersysteem kunt volgen.
Programmatuur gebruikt als besturingssysteem of als algemeen toepassingssysteem.
Het ontwikkelen en onderhouden van systeemprogramma’s.
Persoon die het besturingssysteem of een ander systeem programmeert en/of installeert.
In Windows, het register waarin informatie over de uitvoering van alle programma’s staat.
Er zijn 2 definities.
Sleutel (key) die door een systeem wordt gebruikt, zoals voor de versleuteling van bestanden.