Moederboard; printplaat waarop de microprocessor en het geheugen is gemonteerd.
Alle hulpbronnen die een systeem tot zijn beschikking heeft, bijvoorbeeld een disk of printer.
Catalogus van de bestanden in het systeem.
Bedieningsterminal voor de beheerder van een computersysteem.
Momentopname van het systeem met al zijn bestanden, die wordt opgeslagen om op terug te kunnen vallen.
Datum die in een computer wordt bijgehouden.
Een eenheid van een computersysteem, een kast of een cd-station.
Fout ontdekt door het besturings- of toepassingssysteem.