De infrastructuur van een netwerk. Letterlijk het weefsel van verbindingen.
Een verbinding die zich automatisch herstelt indien hij uitvalt, door een andere route te kiezen. Tegengesteld unprotected circuit.
Hoofdverbinding tussen twee telefooncentrales die wordt gedeeld en waarvan de capaciteit steeds wordt hergebruikt.
Een verbinding tussen twee punten waarover gegevens gecommuniceerd worden. Nu wordt vrijwel altijd een netwerk gebruikt.
Het synchroon houden van tekst of data op twee of meer opslagpunten.
Een standaardvoorziening in Windows om twee pc’s met elkaar te verbinden via hun parallelle of seriële poorten.
De DNS-routing manipuleren zodat zodat je op een andere dan de bedoelde site terechtkomt; een aanvalsmethode.
Verbinding door de lucht via laserstralen. De zenders zijn lasers en de ontvangers fotocellen.
Directe koppeling van programma’s tijdens de uitvoering.