Gericht op of ingericht voor gebeurtenissen, problemen, procedures, gegevens of processen.
Ontwikkeling van object-georiënteerd programmeren, waarbij het programmeren van de attributen van de objecten centraal plaatsvindt, niet per object. Aspecten zijn o.a. beveiliging, transacties, logging, validatie en autorisatie.
Kenmerk van een protocol of bewerking op basis van bits, niet van tekens of vectoren.
Kenmerk van een verbinding of norm, waarbij een daadwerkelijke verbinding noodzakelijk is.
Een toepassing is gebaseerd op en wordt gestuurd door externe gebeurtenissen.
Programmeertaal die speciaal voor een bepaald type computer is ontworpen, niet in andere computers werkt.
OO, kenmerk van programmatuur dat een revolutie in het programmeren teweeg bracht, bijvoorbeeld hergebruik. Wordt gekenmerkt door abstracte gegevenstypes, inkapseling, veelvormigheid of polymorfisme en overerving.
Een database die informatie kan bevatten over elk willekeurig object.
Afbeeldingen die zijn samengesteld uit componenten die als object kunnen worden bewerkt.
Aanduiding dat een systeem werkt met berichten, bijvoorbeeld EDI, e-mail.