Een meetinstrument om een netwerkverbinding te testen voor foutopsporing en protocolcontrole.
In een verbinding tussen twee netwerken, de omzetter van het ene protocol naar een ander.
Eenheid gegevens die wordt uitgewisseld tussen twee protocollagen.
Stapel programmatuur in elk knooppunt van een netwerk die van boven naar beneden en terug wordt doorlopen bij het verzenden van een pakket informatie.
Eén van de lagen bijvoorbeeld van het OSI-model.
Een protocol op zich is vaak niet genoeg om alle functionaliteit te beschrijven. Daarom wordt vaak gesproken van een gelaagde structuur van een aantal bij elkaar horende protocollen: de protocolstack.
Zn Nabootsing of eenvoudige versie vooraf van een te ontwikkelen programma voor een eerste beoordeling,
Ww Vóóraf een nabootsing of een eenvoudige versie maken van te ontwikkelen programma voor een eerste beoordeling, bijvoorbeeld rapid prototyping.
Vóóraf een prototype maken van een nog niet bestaand programma. Verschilt van benchmarking.