Record dat in een informatiesysteem wordt ingevoerd.
Invoer/uitvoer van gegevens, programma’s en opdrachten. Afgekort I/O.
Het apparaat waarmee gegevens ingevoerd worden.
Het bestand met invoergegevens voor de verwerking of het maken van een overzicht en dergelijke.
Controle door een programma of de ingevoerde gegevens of opdrachten geldig zijn.
Er zijn 4 definities.
De gegevens die in een informatiesysteem worden ingebracht voor directe of latere verwerking.
Het medium gebruikt voor de invoer van gegevens, bijvoorbeeld een magneetband.
Er zijn 2 definities.