Apparaat dat interne lijnen bundelt voor aansluiting op een snel ATM-netwerk.
Interface-laag voor de aanpassing tussen diverse diensten en het interne ATM switching-protocol.
De verbindingen in een ATM-netwerk, letterlijk het weefsel.
Internationaal consortiumforum opgericht in 1991, waarin 500 bedrijven en gebruikers ATM-normen ontwikkelen en interoperabiliteit bevorderen.
Knooppunt in een ATM-netwerk waar het verkeer tussen een aantal verbindingen wordt geschakeld.
Er zijn 2 definities.
In ATM, invers-multiplexen; kanalen stapelen tot één snel kanaal.
Protocol voor een ATM-backbone voor gebruik van verschillende protocollen.
Dubben, een nieuw signaal opnemen naast een televisie- of audio-opname.