Het routeren van terabit/sec-verkeer in DWDM-glasvezels vereist optisch schakelen en routeren.
Router die de integratie van een persoonlijk netwerk met andere netwerken realiseert, voor rekening rijden, OV-betaalkaart en navigatiesystemen.
Router die werkzaam is in een remote bridge.
Routeren via een versleutelde proxy server en virtuele tunnels, waardoor je niet bent te traceren; omzeilt censuur en controle.
Afhankelijk van vooraf ingestelde tijden worden de routeringstabellen aangepast om maximaal profijt te hebben van goedkope (dal)tarieven.
Programma waarmee de route van pakketjes over internet getoond kan worden. Zie ook ROUTER en PACKET.
In een netwerk, een vast pad.
Aanduiding dat verschillende paden, glasvezelparen, routes of verbindingen worden gebruikt.
In een netwerk, diverse routers hetzelfde virtuele IP-adres geven, zodat een aantal routers het werk van de primaire physieke router kan overnemen; biedt redundantie.
Er zijn 15 definities.