Er zijn 2 definities.
Een groot stuk programma of een geheel programma.
Constructies van logische bewerkingen, zoals lussen.
De koppeling tussen een programmeur en een programma voor het maken van een programma; vroeger letterlijk, nu visueel.
Voorzieningen (IDE) waarmee een programmeur werkt: gereedschap en bibliotheken.
Machinetaal was de eerste-generatietaal en Assembler de tweede. Derde-generatie talen hebben beperkte ondersteunende programmatuur. Vierde-generatie talen hebben CASE hulpmiddelen.
Het maken van schematische tekeningen, echte schema’s, stroomdiagrammen of eenvoudige transparanten.
Is afgeleid van het Engelse to boom.