De manier waarop het geheugen wordt geadresseerd.
Geheugenuitbreiding in de vorm van chips.
De plaats van programma’s en gegevens in kaart gebracht.
Een stuk van het geheugen dat een partitie vomt, zie partition.
Er zijn 2 definities.
Programmaonderdeel dat in het geheugen blijft ondanks paging of beëindiging (TSR).
De tijd dat je iets actief herinnert.
De computer of een persoon waarschuwt je voor een afspraak.
Het toewijzen van geheugen aan programma’s zodat zij elkaar niet in de weg zitten.
De hoeveelheid geheugen die nodig is voor een toepassing of programma.