Universeel synchroon transportformaat voor pakketschakelen.

Snel asynchroon universeel transportmechanisme uit 1990 voor data, spraak en video met cellen van 53 bytes, waarvan 5 voor de header en 48 voor de payload informatie.

Apparaat dat interne lijnen bundelt voor aansluiting op een snel ATM-netwerk.

Interface-laag voor de aanpassing tussen diverse diensten en het interne ATM switching-protocol.

De verbindingen in een ATM-netwerk, letterlijk het weefsel.

Internationaal consortiumforum opgericht in 1991, waarin 500 bedrijven en gebruikers ATM-normen ontwikkelen en interoperabiliteit bevorderen.

Knooppunt in een ATM-netwerk waar het verkeer tussen een aantal verbindingen wordt geschakeld.

Voorgesteld alternatief voor SDH, geschikt voor synchrone én asynchrone overdracht via ATM.

In ATM, invers-multiplexen; kanalen stapelen tot één snel kanaal.

Protocol voor een ATM-backbone voor gebruik van verschillende protocollen.