Elektronische schakelfunctie waarmee een beheerder een netwerk kan configureren; poorten omschakelen.
De naam van een poort in DOS bijvoorbeeld: COM1..4.
Het aftasten van TCP/IP-poorten met ping en trace om te zien of er een is die open staat en gebruikt kan worden om binnen te komen.
Reset die de computer laat booten.
Programma’s overbrengen naar een andere computer.
Tekst in de breedte van een pagina afdrukken.