Een extra laag onder het IP-adres voor het adresseren van diensten op een computer, bijvoorbeeld 20/21 (FTP), 80 (http, html (proxy server), 110 (POP 3).
De poort waarnaar verwachte pakketjes moeten worden gestuurd, doorgeven aan de router, om de communicatie te versnellen.
Voorziening op je bureau waarin je laptop wordt geschoven om hem te koppelen aan het netwerk, of die extra poorten biedt. Zie replicator.
Welke poort aan welk programma is toegewezen.
Dankzij virtualisatie draait een toepassing vanaf een usb-station op het netwerk dankzij het ingesloten mini-besturingssysteem.
In de televisiewereld, een data format voor het maken van interactief materiaal, onafhankelijk van de transmissie.
Draagbare terminal waarmee gegevens verzameld worden, meestal via barcodes.
Indeling van Adobe voor grafische bestanden die onafhankelijk van de gebruikte apparatuur werkt; inzien via Acrobat.