Bij DVB-H, de winst behaald door het gebruik van een enkele frequentie in een bepaald gebied; aan de randen kunnen de signalen via verschillende paden gecombineerd worden.
Versterking die een bepaald soort antenne heeft ten opzichte van een isotropische antenne (die in alle richtingen even gevoelig is), bijvoorbeeld door een schotel, hoorn of extra elementen.
Winst behaalt door een betere vorm van coderen, bijvoorbeeld H.264 vergeleken met MPEG-2.
Kenmerk van een versterker met instelbare versterking, soms automatisch.
Groei van het vermogen in een periode.