Het proces van het versleutelen van informatie die wordt verstuurd via een netwerk. Codering zorgt ervoor dat gegevens alleen toegankelijk zijn voor bevoegde gebruikers. Gegevens kunnen op twee manieren worden gecodeerd: via speciale software en via codering op microchipniveau. De eerste methode wordt veel gebruikt en is eenvoudig te installeren. De hardwaremethode is moeilijker te implementeren, maar werkt sneller en geeft een betere beveiliging tegen decoderen.
Tekens gecodeerd voor een bepaalde norm, bijvoorbeeld UTF-8, 16 of 32 (Unicode).
Codering gebruikt in ISDN, werkend met vier spanningsniveaus.
In glasvezel, een algoritme voor het coderen van een 8-bit byte naar een 10-bit transmissieteken, gebruikt in FC en Gigabit Ethernet.
De omzetting van een origineel analoog signaal naar een digitaal en mogelijk versluierd signaal.
Het omzetten van een ontvangen en mogelijk versluierd signaal in zijn oorspronkelijke vorm.
Coderen van vier mogelijkheden met twee bits.
Voor het omzetten van analoge spraak naar digitale zijn diverse ITU-normen beschikbaar, zie G.ยทยทยท.
Magnetische opnametechniek voor band en disk, waarbij de richting de 0 of 1 bepaalt.
Codesystematiek om gegevens te comprimeren door veelvoorkomende tekens een kortere code te geven dan de minder voorkomende.