Papieren band in een regeldrukker die aangeeft waar informatie moet worden afgedrukt.
Een bestand waarin procedures zijn opgeslagen.
Computerbesturing van bijvoorbeeld chemische processen.
Per stuk produceren, afhankelijk van de opgegeven specificatie.
Bestand waarin programma’s zijn opgeslagen.
Bestand met gegevens, indeling en formules voor een werkblad.
Bestand georganiseerd volgens het relationele model.
Een bestand met de binnengekomen reacties.
Bestandsorganisatie in opeenvolgende records, zoals op magneetband.
Het opzetten, in goede banen leiden en afbreken van een sessie tussen apparaten of gebruikers.